21 januari 1923
Inpakken en opsturen

Zondag 21 Januari
Weer een gedeelte van den dag [*..*+]<aa>n inpakken besteed. Den 29en vertrekt de eerste bezending naar Kopenhagen. Het is nog twijfelachtig wie de vracht betalen zal. [-*H*] De heer Laub zal v.d. OostAziat. Komp. gedaan zien te krijgen dat zij de expeditie-zendingen gratis of tegen zeer lagen prijs overbrengt, [-*….] <en> voorloopig [-heeft] <ol.zal> Hatt deze bezending maar ongefrankeerd afzenden. Ik heb Juynboll verzocht een extra-subsidie van f 750 te vragen of anders deze som uit de gewone subsidie beschikbaar te houden om onze zendingen naar Leiden te betalen. Vanmiddag en vanavond enkele zware regenbuien en harde wind.

Via Wikimedia Commons: Dutch indologist Hendrik Herman Juynboll (1867-1945), Magazine De Boekenwereld, 32: 4 (2016), p. 5. Original collection KITLV (Leiden University Library), 1930s.
Hendrik Juynboll was ten tijde van de expeditie directeur van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. Meer informatie is te vinden via Wikipedia.
De komende maanden toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke keer honderd jaar nadat het door hem is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Bron:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).












Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
22 januari 1923
Vandalen en skeletten
Maandag 22 Januari
De nacht was stormachtig met af en toe regenbuien. De wind blies met zooveel kracht onder de tentvloer dat het stoeltje met mijn kleeren erop omviel. Vandaag mooi, warm weer. Winderig, maar op het terrein was daar niets van te bespeuren. Over de hutpalen zijn we nog in het onzekere zoodat drie nieuwe vakken uitgegraven zullen worden. Hatt kwam op zijn terrein tot de onaangename ontdekking dat een of andere vandaal zondag een van zijn half [-op] blootgelegde skeletten heeft verknoeid. Beenderen stukgeslagen en de boel door elkaar gegooid. Waarschijnlijk is een zoontje van Labeet, den bewoner van Ma Folie de schuldige. Rasmussen had gezien dat hij met andere jongens naar de baai was geweest. Hij schijnt een boefje te zijn; heeft zich ook al eens aan ergerlijke dierenmishandeling schuldig gemaakt. Van het skelet was het heel jammer, want het scheen beter geconserveerd te zijn dan de andere. Jongens uit de stad komen hier af en toe jagen. Onlangs zagen we eenige; ze hadden twee kleine geweren bij zich. Dr. M. vertelde ons dat ’t beste was hun de geweren af te nemen als we ze zagen want het vogels schieten is verboden en bovendien staat hij niemand toe op zijn bezitting te jagen. Rasmussen vroeg verlof na de lunch naar huis te gaan. Hij had zijn voet verwond en daardoor een gezwel aan de lies. We verdenken hem van werkziekte maar lieten hem natuurlijk gaan. Griaux informeerde hoelang we hem nog gebruiken kunnen. Hij bleek erg veel trek te hebben om met ons mee te gaan naar de eilanden; hij bezit een veldbed, vertelde hij ons en wou met pleizier overal heen meegaan. We hebben nog niet beslist. Thomas ving vanmiddag een reusachtige landkrab; zijn lichaam
59
alleen was zoo groot als een mansvuist en zijn scharen formidabel. Thomas was blij met zijn vangst, want ze eten die krabben. Vanavond hebben we na ons souper tot 8 uur buiten gezeten. Hoewel we enkel onze gewone kleeren aanhadden (*n*et-onderkleding en werkpak) hadden we geen last van kou. Het was in Dr. Mortensen’s hall vanavond 77o.
De komende maanden toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke keer honderd jaar nadat het door hem is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Bron:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Leave a comment
Posted in De Josselin de Jong, KITLV, Manuscripts, metalinguistic comments