Van 8-12 en van 1-4 gewerkt met den ouden neger. Hij kent de taal goed, hoewel ook hij wel enkele woorden vergeten is. Soms komen ze weer bij hem op onder het vertellen Maar van een ethnol. standpunt beschouwd zijn zijn
72
verhalen niet veel waard al kan hij niet lezen of schrijven. Deze negers zijn al te lang met de beschaving in aanraking geweest. Als een “old-time story’ die hij niet uit een boek had (een andere was hem indertijd voorgelezen) vertelde hij me de Bremer stadsmuzikanten. Men. Hatt hield toezicht op Georges die aan de eerste opgraving werkte maar niets vond terwijl Hatt met Jeremiah een tweede begon op de helling achter het “telegraph-station”(kabelstation). [-*…….*] Vandaag een paar regenbuien.
De Bremer Stadsmuzikanten is een bijzonder geval. Dit verhaal is als verhaal VI gepubliceerd in De Josselin de Jong (1926: 16). In de jaren zestig van de twintigste eeuw bezocht de Maagdeneilandse taalkundige Gilbert Sprauve Sierra Leone en nadat hij op de radio verteld had over de taal Krio die hij daar had gehoord, werd hij op straat in het Creools aangesproken door een oudere dame. Hij kon haar echter niet verstaan. ‘En jij zei nog wel dat je Creools kende!’, aldus Alice Stevens, in het Nederlands Creools. Zij is uiteindelijk de laatste moedertaalspreker van het Virgin Islands Dutch Creole gebleken. Toen Sprauve haar in 1985 interviewde tijdens colleges aan de University of the US Virgin Islands, legde hij haar dit verhaal van Joshua voor. Hij gaf haar de Engelse zinnen en zij vertaalde dit voor haar onbekende verhaal naar het Virgin Islands Dutch Creole. Heel opvallend was dat er nauwelijks verschil bleek tussen de Joshua’s en Stevens versie. Meer hierover in Van Rossem (2017: 253-255).
De samenvatting van De Josselin de Jong is enigszins teleurstellend. Gelukkig is het sprookje door de gebroeders Grimm redelijk bekend…
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
10 februari 1923
De Bremer Stadsmuzikanten
Zaterdag 10 Februari
Van 8-12 en van 1-4 gewerkt met den ouden neger. Hij kent de taal goed, hoewel ook hij wel enkele woorden vergeten is. Soms komen ze weer bij hem op onder het vertellen Maar van een ethnol. standpunt beschouwd zijn zijn
72
verhalen niet veel waard al kan hij niet lezen of schrijven. Deze negers zijn al te lang met de beschaving in aanraking geweest. Als een “old-time story’ die hij niet uit een boek had (een andere was hem indertijd voorgelezen) vertelde hij me de Bremer stadsmuzikanten. Men. Hatt hield toezicht op Georges die aan de eerste opgraving werkte maar niets vond terwijl Hatt met Jeremiah een tweede begon op de helling achter het “telegraph-station”(kabelstation). [-*…….*] Vandaag een paar regenbuien.
De Bremer Stadsmuzikanten is een bijzonder geval. Dit verhaal is als verhaal VI gepubliceerd in De Josselin de Jong (1926: 16). In de jaren zestig van de twintigste eeuw bezocht de Maagdeneilandse taalkundige Gilbert Sprauve Sierra Leone en nadat hij op de radio verteld had over de taal Krio die hij daar had gehoord, werd hij op straat in het Creools aangesproken door een oudere dame. Hij kon haar echter niet verstaan. ‘En jij zei nog wel dat je Creools kende!’, aldus Alice Stevens, in het Nederlands Creools. Zij is uiteindelijk de laatste moedertaalspreker van het Virgin Islands Dutch Creole gebleken. Toen Sprauve haar in 1985 interviewde tijdens colleges aan de University of the US Virgin Islands, legde hij haar dit verhaal van Joshua voor. Hij gaf haar de Engelse zinnen en zij vertaalde dit voor haar onbekende verhaal naar het Virgin Islands Dutch Creole. Heel opvallend was dat er nauwelijks verschil bleek tussen de Joshua’s en Stevens versie. Meer hierover in Van Rossem (2017: 253-255).
De samenvatting van De Josselin de Jong is enigszins teleurstellend. Gelukkig is het sprookje door de gebroeders Grimm redelijk bekend…
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Share this:
Like this:
Related