Op een paar korte buien na, Zonnig weer. Na het ontbijt heb ik eerst met Mon Santo Jr. den heuveltop achter hun huis geëxploreerd, waar hij meende vroeger een massa schelpen ontdekt te hebben. Er bleek echter niets te zijn. Om 10 uur was ik terug en ging ik naar Prince. Hatt zat zich te vervelen bij de opgraving want er werd haast niets gevonden; maar enorme hoeveelheden schelpen. Van Prince kreeg ik weer wat tekst, maar geen folklore. Hij had echter ’S morgens een anderen bejaarden man naar ons toegezonden die verklaarde in de taal te kunnen vertellen. Prince’s bedoeling [-*….*] <ol.bleek> weliswaar dat hij voor ons zou werken (graven), maar ik besloot in ieder geval den man op negerholl. te onderzoeken. Om 1 uur verscheen hij weer en tot 5 uur heb ik met hem gewerkt. Hij heeft boven Prince van dat hij niet kan lezen of schrijven en dat hij wil en kan vertellen. Het belooft zoo interessant te worden, dat ik voorloopig al mijn tijd eraan zal geven, wat te gemakkelijker kan daar de opgravingen zoo weinig te doen geven.
Op 12 februari komen we erachter dat de nieuwe informant William Anthony Joshua (1858) is. Hij is afkomstig uit hetzelfde dorp als Prince. Hij zal de komende dagen maar liefst dertien verhalen vertellen die als I-XIII in De Josselin de Jongs publicatie terecht zullen komen. De verhalen zijn bovendien langer dan die van Prince. Verhaal I, dat nog niet vertaald is, geef ik hieronder met de Engelse samenvatting van De Josselin de Jong. (De Josselin de Jong 1926: 9, 108)
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
9 februari 1923
Een anderen bejaarden man
Vrijdag 9 Februari
Op een paar korte buien na, Zonnig weer. Na het ontbijt heb ik eerst met Mon Santo Jr. den heuveltop achter hun huis geëxploreerd, waar hij meende vroeger een massa schelpen ontdekt te hebben. Er bleek echter niets te zijn. Om 10 uur was ik terug en ging ik naar Prince. Hatt zat zich te vervelen bij de opgraving want er werd haast niets gevonden; maar enorme hoeveelheden schelpen. Van Prince kreeg ik weer wat tekst, maar geen folklore. Hij had echter ’S morgens een anderen bejaarden man naar ons toegezonden die verklaarde in de taal te kunnen vertellen. Prince’s bedoeling [-*….*] <ol.bleek> weliswaar dat hij voor ons zou werken (graven), maar ik besloot in ieder geval den man op negerholl. te onderzoeken. Om 1 uur verscheen hij weer en tot 5 uur heb ik met hem gewerkt. Hij heeft boven Prince van dat hij niet kan lezen of schrijven en dat hij wil en kan vertellen. Het belooft zoo interessant te worden, dat ik voorloopig al mijn tijd eraan zal geven, wat te gemakkelijker kan daar de opgravingen zoo weinig te doen geven.
Op 12 februari komen we erachter dat de nieuwe informant William Anthony Joshua (1858) is. Hij is afkomstig uit hetzelfde dorp als Prince. Hij zal de komende dagen maar liefst dertien verhalen vertellen die als I-XIII in De Josselin de Jongs publicatie terecht zullen komen. De verhalen zijn bovendien langer dan die van Prince. Verhaal I, dat nog niet vertaald is, geef ik hieronder met de Engelse samenvatting van De Josselin de Jong. (De Josselin de Jong 1926: 9, 108)
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Share this:
Like this:
Related