Van 8-12 en 1 tot 4 gewerkt. Voor het gouvernement wordt Zaterdags tot 12 uur gewerkt, voor particulieren tot 4 uur. Met totnogtoe verzamelde scherven enz., die in jutezakjes dicht bij het opgravingsveld waren verstopt, hebben we vandaag naar het huis van Dr. Mortensen laten overbrengen, daar we pas a.s. Donderdag onze opgraving voort kunnen zetten: Morgen en [-*…*] de 2 volgende dagen werken onze arbeiders niet en as. Woensdag moeten we naar de stad om opnieuw ingeënt te worden. Om 10.30 verscheen een zoontje van Griaux met 2 ezels om de eerste lading naar boven te brengen. Elke ezel was beladen met twee kisten, die geheel gevuld werden met
35
onze zakjes. Na den middag werd de rest overgebracht, tegelijk met alle werktuigen. Het is weer een goede dag geweest; verscheidene heele, of zoo goed als heele potten gevonden, en massa’s scherven, waaruit zeker nog wel enkele potten gereconstrueerd zullen kunnen worden. Het eigenlijke graafwerk wordt door de arbeiders gedaan: alleen wanneer we bang zijn, dat het te ruw gaat of wanneer er een voorzichtige verkenning gedaan moet worden, graven we zelf. Met de schop wordt alleen gewerkt om de doorzochte grond te verwijderen. We zouden het graven ook wel zelf kunnen doen. maar dan zou het werk te langzaam opschieten. Het sorteeren van de scherven, het inpakken [-&..*], het maken van notities en het doen van de noodige opmetingen houdt ons voortdurend bezig. Tegelijkertijd letten wij natuurlijk steeds op de arbeiders. Griaux is verreweg de beste, we behoeven niet bang te zijn dat hij meer zal breken dan onvermijdelijk is of een situatie zal verstoren vóór wij alles gezien en opgemeten hebben. Thomas werkt vlug en ijverig, maar is nog wat ruw en slordig. Rasmussen in langzaam en ook niet voorzichtig genoeg, maar alles bij elkaar genomen hebben wij geen klagen. Er was een edel*e* wedijver in ‘t vinden van heele potten; ze werkten voor een “Christmas present” verklaarden ze. Dat hebben ze ook gekregen: Griaux 1.5 dollar, R. en Th. elk 1 dollar (in plaatselijk geld). Om 3.45 ongeveer verlieten we het terrein. Hatt vergezelde Gr. met de ezels en de beide anderen die ook wat moesten dragen en ik ging, eveneens b*e*laden, eerst naar de baai om te baden. Het is jammer dat er haaien zijn, anders zou de baai een ideale bad- en zwemgelegenheid zijn. Maar volgens de menschen hier komen de haaien zoo dicht bij het strand, dat men [-*in*] [-*..*] in water v. 1 M. diep feitelijk al niet veilig meer is. Het was prettig wat vroeger dan anders in het kamp terug te zijn, zoodat we nog wat bij daglicht buiten konden zitten.
36
Het diner bestond vandaag uit aardappelen, eieren, sardines en koffie zonder melk. Iedere ochtend komt hier een jongen langs die melk gaat verkoopen in de stad; maar hij is te lui om even het erf van Dr. Mortensen op te loopen en ons ook wat te brengen. En aan R. die altijd om 7 uur ’S morgens bij ons komt, schijnt hij ook niets te willen verkoopen. Het was vandaag iets warmer dan gisteren. In het opgravingsveld was het goed merkbaar. En ’S avonds wat het niet te frisch om in net-onderkleeding en werkpak buiten te zitten.
De komende maanden toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke keer honderd jaar nadat het door hem is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Bron:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
23 december 1922
Jutezakjes van het opgravingsveld
<Zaterdag> [-Vrijdag] 2[2+]<3> December
Van 8-12 en 1 tot 4 gewerkt. Voor het gouvernement wordt Zaterdags tot 12 uur gewerkt, voor particulieren tot 4 uur. Met totnogtoe verzamelde scherven enz., die in jutezakjes dicht bij het opgravingsveld waren verstopt, hebben we vandaag naar het huis van Dr. Mortensen laten overbrengen, daar we pas a.s. Donderdag onze opgraving voort kunnen zetten: Morgen en [-*…*] de 2 volgende dagen werken onze arbeiders niet en as. Woensdag moeten we naar de stad om opnieuw ingeënt te worden. Om 10.30 verscheen een zoontje van Griaux met 2 ezels om de eerste lading naar boven te brengen. Elke ezel was beladen met twee kisten, die geheel gevuld werden met
35
onze zakjes. Na den middag werd de rest overgebracht, tegelijk met alle werktuigen. Het is weer een goede dag geweest; verscheidene heele, of zoo goed als heele potten gevonden, en massa’s scherven, waaruit zeker nog wel enkele potten gereconstrueerd zullen kunnen worden. Het eigenlijke graafwerk wordt door de arbeiders gedaan: alleen wanneer we bang zijn, dat het te ruw gaat of wanneer er een voorzichtige verkenning gedaan moet worden, graven we zelf. Met de schop wordt alleen gewerkt om de doorzochte grond te verwijderen. We zouden het graven ook wel zelf kunnen doen. maar dan zou het werk te langzaam opschieten. Het sorteeren van de scherven, het inpakken [-&..*], het maken van notities en het doen van de noodige opmetingen houdt ons voortdurend bezig. Tegelijkertijd letten wij natuurlijk steeds op de arbeiders. Griaux is verreweg de beste, we behoeven niet bang te zijn dat hij meer zal breken dan onvermijdelijk is of een situatie zal verstoren vóór wij alles gezien en opgemeten hebben. Thomas werkt vlug en ijverig, maar is nog wat ruw en slordig. Rasmussen in langzaam en ook niet voorzichtig genoeg, maar alles bij elkaar genomen hebben wij geen klagen. Er was een edel*e* wedijver in ‘t vinden van heele potten; ze werkten voor een “Christmas present” verklaarden ze. Dat hebben ze ook gekregen: Griaux 1.5 dollar, R. en Th. elk 1 dollar (in plaatselijk geld). Om 3.45 ongeveer verlieten we het terrein. Hatt vergezelde Gr. met de ezels en de beide anderen die ook wat moesten dragen en ik ging, eveneens b*e*laden, eerst naar de baai om te baden. Het is jammer dat er haaien zijn, anders zou de baai een ideale bad- en zwemgelegenheid zijn. Maar volgens de menschen hier komen de haaien zoo dicht bij het strand, dat men [-*in*] [-*..*] in water v. 1 M. diep feitelijk al niet veilig meer is. Het was prettig wat vroeger dan anders in het kamp terug te zijn, zoodat we nog wat bij daglicht buiten konden zitten.
36
Het diner bestond vandaag uit aardappelen, eieren, sardines en koffie zonder melk. Iedere ochtend komt hier een jongen langs die melk gaat verkoopen in de stad; maar hij is te lui om even het erf van Dr. Mortensen op te loopen en ons ook wat te brengen. En aan R. die altijd om 7 uur ’S morgens bij ons komt, schijnt hij ook niets te willen verkoopen. Het was vandaag iets warmer dan gisteren. In het opgravingsveld was het goed merkbaar. En ’S avonds wat het niet te frisch om in net-onderkleeding en werkpak buiten te zitten.
De komende maanden toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke keer honderd jaar nadat het door hem is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Bron:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Share this:
Like this:
Related