Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

14 december 1922

De gouverneur, Dr. Mortensen en mevrouw Holst

Donderdag 14 December

Vannacht van 11 uur tot + 7 uur geslapen. Alle vermoeienis van de zeereis en het tekort aan slaap weg. Het ontbijt bestond uit “corn-flakes” met melk, een banaan en spiegeleieren met toast en koffie. Na het ontbijt gingen Hatt en ik even de stad in, hij om wat bay-rum te koopen en ik om me van een paar witte

                                                           21

linnen schoenen te voorzien. Ik kocht een heel goed paar voor 2.50 dollar. De man in de bay-rum-store vertelde ons dat de prohibition-menschen deze industrie veel kwaad doen. Ze willen gedaan zien te krijgen dat alle bay-rum door vermenging met salicyl absoluut ondrinkbaar gemaakt wordt. Men kan nu dit goedje al koopen. maar totnogtoe is de zuivere bay-rum ook nog te krijgen. Om 11.20 kwam de adj. v.d. gouverneur ons met diens auto halen; ook de 2 consuls waren er. De gouverneur ontving ons zeer vriendelijk. Hij begon met ons de heele correspondentie voor te lezen die over onze [-komst] expeditie-plannen gevoerd was en vervolgens vertelde hij ons dat hij een aantal adressen [-van] had verzameld van personen op de Virgin Islands die ons misschien nuttige inlichtingen zouden geven. Hij zou ons zijn gegevens in den vorm van een schriftelijk memorandum toezenden. Gedurende het onderhoud rookten we sigaretten. Nadat ook nog de adj. en de 2 consuls het hunne hadden bijgedragen was het onderhoud afgeloopen. De gouvern. zeide ons steeds[-*…..*] <ol.wanneer> zulks mogelijk bleek, te zullen helpen. Zoo konden we per gouvernementsmotorboot worden vervoerd naar de 2 andere eilanden. De auto bracht ons daarna naar het hotel terug. De Deensche consul noodigde ons voor vanavond ten eten. Na de lunch bleven we tot twee uur in het hotel en gingen daarna op weg naar de plantage van Dr. Mortensen, vroeger quarantaine-dokter in St. Thomas, nu sinds 4 jaar een soort van [-pl*…*] planter of heerenboer dicht bij Magens Bay, waar de Booy zijn belangrijkste vondsten deed. De wandeling erheen gaat dwars door het eiland, over den heuvelrug. Dus eest klimmen, dan weer dalen. Het uitzicht is voortdurend onbeschrijfelijk mooi. We hadden

                                                           22

het geluk onderweg geen stortbui te krijgen. Dr. M. ontving ons allerhartelijkst. Hij had al lang van ons gehoord en al een geschikte plaats op zijn bezitting, dicht bij Magens bay schoon laten maken voor ons kampement. Hij is overtuigd dat er meer middens te vinden zijn en drong er erg op aan dat we een grondig onderzoek zouden instellen. We kunnen op zijn hulp in alle opzichten rekenen. Hij kent de menschen die met de Booy gewerkt hebben ook; een van hen is in zijn dienst en als we weer bij hem komen zal hij ons dien man meegeven als gids. We kunnen dan de Booys vindplaatsen onderzoeken. Een andere Deen dien we bij Dr. M. ontmoetten de hr. Torny noodigde ons voor <ol.van>avond bij zich aan huis, maar daar we naar Commander Laub, den Deenschen consul, moesten, konden we niet langer dan + 3 kwartier in zijn huis zijn. We ontmoetten daar ook Mr. en Mrs. Holst, ook zeer geïnteresseerd in het arch. onderzoek. Mr. Holst heeft zelf folklore verzameld onder de negers en op populaire manier in het Deensch gepubliceerd. Zijn vrouw deelde mij mee dat er vermoedelijk ook op St. Thomas nog wel negers zijn die [-neger] negerhollandsch kennen, maar ik denk dat dat een soort lingua franca is van lateren oorsprong. Ook het taaltje van de Cha-Cha, de gedegenereerde blanke visschersbevolking in de buurt vd. stad, moet interessant zijn. Het staat bekend onder den naam v. patois en deze menschen beweren <ol.voor een deel> afkomstig te zijn van het Fr. deel v. St. Martin. Tegen 7.30 gingen we per taxi naar de familie Laub die een prachtig huis bewoond, hoog op de helling. We hadden daar een heel gezelligen avond. Mr*s* Laub is hier pas 4 weken.


Hatt en De Josselin de Jong gaan op bezoek bij de gouverneur. Dat is op dat moment Henry Hughes Hough. Meer informatie over hem is te vinden op de Engelstalige wikipedia-site over hem. Die vindt u hier.

Henry Hughes Hough in 1916.jpg
Hough in 1916 (Via Wikipedia)

Dr. Mortensen blijkt wel heel belangrijk voor de archeologische expeditie. Op zijn terrein komt het kamp en hij zorgt voor contacten, bemiddeling en proviand. Over hem weet ik niet meer dan we in het dagboek kunnen lezen. Waar zijn estate precies was, weet ik nu nog niet. Latere aanwijzingen in de tekst wijzen op een plek in de buurt van Canaan. In deze omgeving is tegenwoordig de Magens Bay Beach Trail die volgens mij lijkt op het pad dat de archeologen en hun helpers vanaf nu dagelijks moesten nemen. Het is een afstand van ongeveer 2,9 kilometer.

Hier, maar ook verderop komen de Chacha’s van St. Thomas aan bod. Over hun taal is het volgende werk gepubliceerd in 1979 bij Karoma Press.


In deze podcastaflevering las ik 14 en 15 december 1922 voor, met commentaar. Zie ook mijn post van 28 november 2021 op deze website.


De komende maanden toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke keer honderd jaar nadat het door hem is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Bron:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s