’s Morgens met Karel een bezoek gebracht aan Indian Cave of Indian Hole, een grot op de westelijke helling v.h. eiland, ten N.W. van Bottom. Het hol wordt bewoond door twee negers. Zij waren niet thuis. Wij lieten er een roepen en deze vertelde ons dat een dokter vroeger al eens een heelen dag in het hol gegraven had zonder iets te vinden. Het zou trouwens niet mogelijk zijn geweest er te graven terwijl de menschen er met hun inboedel in waren. Ik heb dus maar geen permissie gebraagd om ook nog eens aan ’t graven te gaan. Thuisgekomen kwam ik, zoekende naar Herbert Simmons op wiens terrein schelpen beitels gevonden zijn, bij den dokter terecht. Ook diens terrein is wel een onderzoek waard. Toevallig kwam H. Simmons daar ook, zoodat ik permissie kreeg om in zijn uienveld te graven. Hij is stokdoof zelfs met een instrument aan zijn oor. Na de koffie zijn we met den dokter het terrein genaamd *D*inzey ground gaan onderzoeken. Hier bleken veel Ind. scherven te zijn, ook nog enkele werktuigen van schelpen. Door een doofstommen neger die urenlang zijn mond vol rhum houdt om er lang van te genieten, liet ik twee proefgaten maken. Er kwamen nogal wat kleine scherven tevoorschijn, maar niets anders. Een whilk[1] en een paar vischgraten. Het
113
terrein hier is door bebouwing grondig verknoeid. Toch is het de moeite waard hier wat materiaal te verzamelen. Temp. 8 p.m. 70o.
[1] Via Wikimedia Commons: Burgao, Cahaba Pebblesnail, Magpie Shell, Umbilicate Pebblesnail, West Indian Topshell, West Indian Topsnail, Whelk, Wilke. Robert Verzo.
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
24 april 1923
Indian Cave
[-Maandag] Dinsdag 24 April
’s Morgens met Karel een bezoek gebracht aan Indian Cave of Indian Hole, een grot op de westelijke helling v.h. eiland, ten N.W. van Bottom. Het hol wordt bewoond door twee negers. Zij waren niet thuis. Wij lieten er een roepen en deze vertelde ons dat een dokter vroeger al eens een heelen dag in het hol gegraven had zonder iets te vinden. Het zou trouwens niet mogelijk zijn geweest er te graven terwijl de menschen er met hun inboedel in waren. Ik heb dus maar geen permissie gebraagd om ook nog eens aan ’t graven te gaan. Thuisgekomen kwam ik, zoekende naar Herbert Simmons op wiens terrein schelpen beitels gevonden zijn, bij den dokter terecht. Ook diens terrein is wel een onderzoek waard. Toevallig kwam H. Simmons daar ook, zoodat ik permissie kreeg om in zijn uienveld te graven. Hij is stokdoof zelfs met een instrument aan zijn oor. Na de koffie zijn we met den dokter het terrein genaamd *D*inzey ground gaan onderzoeken. Hier bleken veel Ind. scherven te zijn, ook nog enkele werktuigen van schelpen. Door een doofstommen neger die urenlang zijn mond vol rhum houdt om er lang van te genieten, liet ik twee proefgaten maken. Er kwamen nogal wat kleine scherven tevoorschijn, maar niets anders. Een whilk[1] en een paar vischgraten. Het
113
terrein hier is door bebouwing grondig verknoeid. Toch is het de moeite waard hier wat materiaal te verzamelen. Temp. 8 p.m. 70o.
[1] Via Wikimedia Commons: Burgao, Cahaba Pebblesnail, Magpie Shell, Umbilicate Pebblesnail, West Indian Topshell, West Indian Topsnail, Whelk, Wilke. Robert Verzo.
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Share this:
Like this:
Related