Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

24 maart 1923

Het Jesaia-manuscript

Zaterdag 24 Maart

Winderig, maar droog weer, hoewel af en toe zwaar bewolkt. Van [-*ochtend*]<ol.daag> [-ben]<ul.heb> ik den heelen ochtend aan het ordenen en inpakken van mijn uitrusting besteed. Na het eten ging ik naar Romig die [-*…*] me dadelijk toestond het Jesaia-manuscript in Negerhollandsch dat de Moravische missie bezit, te copieeren. Ik kan het meenemen naar mijn kamer of bij hem komen schrijven. De heelen middag heb ik zitten pennen. Na bij hem thee met toast en een pannekoek genuttigd te hebben kon ik net op tijd thuis zijn voor Supper (6.30). Ik heb hier geen muskietennet noodig.


Het Jesaia-manuscript is een bijzonder handschrift dat ik nog niet onder ogen heb gehad. Voordat ik de verwijzing naar de tekst tegenkwam in dit dagboek van De Josselin de Jong, had ik al een verwijzing gezien in de brief die de zendeling Johann Böhner, op 15 mei 1773 geschreven heeft.

In deze brief staat de volgende tekst:

“und ich habe mine *.f*er gnügen im übersezen d..r …s ins Criolische, habe auch das Neue testament in mehr als ein Exemplar gebracht, der 4 Evangelisten in Harmonie, der Apost ge und sow. das 1 buch Mose, der Psalmen buch de*r* Proph Jesaia, wol nicht wort vor wort, sondern was für unser Neger … für gut, nüzlich u. nöthig zu horen e. achte, weil sie die hl. schrift nicht haben und doch nicht lesen könn,”

Aangezien we denken dat de twee door Böhner geschreven Evangelieharmonieën afkomstig zijn uit ongeveer 1780, en dat zijn handschrift van het Oude Testament ook uit deze periode moet komen, is de verwijzing zeer bijzonder. Maar liefst zeven jaar eerder heeft hij immers meer dan één exemplaar van de Evangelieharmonie en een (gedeelte van het) Oude Testament geschreven. Van het handschrift van het psalmboek van de profeet Jesaia kenden we helemaal niets.

Ik ben ervan overtuigd dat De Josselin de Jong dit Jesaia-handschrift heeft gezien en overgeschreven. Het achttiende-eeuwse handschrift zou best nog wel eens in het archief van de Moravische Broedergemeente op St. Thomas kunnen zijn. Het afschrift van De Josselin de Jong ben ik nog nergens tegengekomen, ook niet in de UB Leiden waar zijn teksten vanuit het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde terechtgekomen zijn. We hebben hier een mooie uitdaging tot een zoektocht te pakken!


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s