Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

8 maart 1923

Jokes en een phallischen dans

Donderdag 8 Maart

Zonnig, warm weer. Van ochtend heb ik eerst tot 11 uur gewerkt met Albert Christian die me eenige verhalen dicteerde – alle die hij kon verzinnen. Zijn Negerhollandsch is niet altijd even correct en doordat hij de taal onvoldoende beheerscht is zijn verhaaltrant ook onbeholpen. Om 11 uur gingen we samen naar Edwin Testamark[1] die in de buurt woont. Die herinnerde zich nog iets, wat ik opschreef. Als hij meer verhalen [-*..*] hoort of zich herinnert zal hij ’t me laten weten. Om 1 uur vertrok ik naar Henry Roberts[2] die op Bourdeaux woont – te paard. Op den top v.d. heuvel woont Georges Testamark[3] die me eveneens door Christian genoemd was als iemand die me wel wat zou kunnen vertellen. Dit bleek evenwel niet ’t geval te zijn. De oude man zat manden te vlechten en bleek tamelijk  suffig. Zijn vrouw zei me dat hij [-*..*] niet erg bij de pinken meer was. Zij was dat wel, maar zij kende maar matig Negerholl. en beweerde geen oude verhalen te kennen. Zij ging Roberts voor me roepen en intusschen converseerde ik met haar moeder wat in negerholl. Toen Roberts verscheen was het nieuws van mijn aanwezigheid blijkbaar ook tot andere buren doorgedrongen. Het duurde tenminste niet lang voor er een heele schare van beiderlei geslacht en diverse leeftijden om ons heen zat. Roberts begon samen met een oude vrouw een van de oude “jokes” ten beste te geven, waarbij veel gezongen werd en die eindigde in een [-pha*..s*] phallischen dans – tot enorme hilariteit van het publiek. Nadat ik met Roberts had afgesproken dat hij morgen met me zal komen werken vertrok ik. Het was onmogelijk ‘*o*nder het lawaai iets op te schrijven en een paar oude vrouwen waren

                                                           87

tamelijk hinderlijk. Ze bedelden om centen en maakten onaangenaam veel leven. De jonge mannen keken onder de voorstelling verlegen en beschaamd. Een jong meisje – bijzonder knap – genoot buitengewoon. Een hoogst interessante middag. Mevr. Hatt heeft vandaag haar opgraving geëindigd.


[1] Wordt niet genoemd in De Josselin de Jong (1926).

[2] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXXXV-LXXXII, LXXXVIII-C, CII-CIII door William Henry Roberts (St. Jan; geb. 1863)’.

[3] Wordt niet genoemd in De Josselin de Jong (1926).


Albert Christian heeft zeven verhalen aan De Josselin de Jong verteld. Wederom vooral fabels en Anansi-verhalen. Verhaal XXXIII van Ludwig Joseph is hetzelfde als XXXXI van Albert Christian. Zie De Josselin de Jong (1926: 34-36).

Om de teksten een beetje makkelijk te kunnen begrijpen is het voor Nederlandstaligen handig om de woordenlijst uit De Josselin de Jong (1926: 70-107) te gebruiken en de tekst hardop uit te spreken. Bedenk dat veel woorden afkomstig zijn uit zeventiende-eeuws, Vlaams-Zeeuws-gekleurd Nederlands.

De teksten van De Josselin de Jong zijn weinig bestudeerd, maar in in ieder geval twee dissertaties staat deze vroeg twintigste-eeuwse variëteit van het Virgin Islands Dutch Creole centraal: Stolz (1996) en Van Sluijs (2017). In Stolz wordt er zelfs een beetje aandacht besteed aan de verschillen tussen het taalmateriaal van St. Thomas en St. John. Van Sluijs kijkt met name naar de structuur van de partikels die tijd aanduiden. Zie bijvoorbeeld de eerste zin van XXXVIII. het woordje ‘a’ betekent ‘verleden tijd’.

De Engelse samenvattingen van de verhalen XXXVIII-XXXIVI (De Josselin de Jong 1926: 115-116):


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s