Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

8 maart 1923

Jokes en een phallischen dans

Donderdag 8 Maart

Zonnig, warm weer. Van ochtend heb ik eerst tot 11 uur gewerkt met Albert Christian die me eenige verhalen dicteerde – alle die hij kon verzinnen. Zijn Negerhollandsch is niet altijd even correct en doordat hij de taal onvoldoende beheerscht is zijn verhaaltrant ook onbeholpen. Om 11 uur gingen we samen naar Edwin Testamark[1] die in de buurt woont. Die herinnerde zich nog iets, wat ik opschreef. Als hij meer verhalen [-*..*] hoort of zich herinnert zal hij ’t me laten weten. Om 1 uur vertrok ik naar Henry Roberts[2] die op Bourdeaux woont – te paard. Op den top v.d. heuvel woont Georges Testamark[3] die me eveneens door Christian genoemd was als iemand die me wel wat zou kunnen vertellen. Dit bleek evenwel niet ’t geval te zijn. De oude man zat manden te vlechten en bleek tamelijk  suffig. Zijn vrouw zei me dat hij [-*..*] niet erg bij de pinken meer was. Zij was dat wel, maar zij kende maar matig Negerholl. en beweerde geen oude verhalen te kennen. Zij ging Roberts voor me roepen en intusschen converseerde ik met haar moeder wat in negerholl. Toen Roberts verscheen was het nieuws van mijn aanwezigheid blijkbaar ook tot andere buren doorgedrongen. Het duurde tenminste niet lang voor er een heele schare van beiderlei geslacht en diverse leeftijden om ons heen zat. Roberts begon samen met een oude vrouw een van de oude “jokes” ten beste te geven, waarbij veel gezongen werd en die eindigde in een [-pha*..s*] phallischen dans – tot enorme hilariteit van het publiek. Nadat ik met Roberts had afgesproken dat hij morgen met me zal komen werken vertrok ik. Het was onmogelijk ‘*o*nder het lawaai iets op te schrijven en een paar oude vrouwen waren

                                                           87

tamelijk hinderlijk. Ze bedelden om centen en maakten onaangenaam veel leven. De jonge mannen keken onder de voorstelling verlegen en beschaamd. Een jong meisje – bijzonder knap – genoot buitengewoon. Een hoogst interessante middag. Mevr. Hatt heeft vandaag haar opgraving geëindigd.


[1] Wordt niet genoemd in De Josselin de Jong (1926).

[2] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXXXV-LXXXII, LXXXVIII-C, CII-CIII door William Henry Roberts (St. Jan; geb. 1863)’.

[3] Wordt niet genoemd in De Josselin de Jong (1926).


Albert Christian heeft zeven verhalen aan De Josselin de Jong verteld. Wederom vooral fabels en Anansi-verhalen. Verhaal XXXIII van Ludwig Joseph is hetzelfde als XXXXI van Albert Christian. Zie De Josselin de Jong (1926: 34-36).

Om de teksten een beetje makkelijk te kunnen begrijpen is het voor Nederlandstaligen handig om de woordenlijst uit De Josselin de Jong (1926: 70-107) te gebruiken en de tekst hardop uit te spreken. Bedenk dat veel woorden afkomstig zijn uit zeventiende-eeuws, Vlaams-Zeeuws-gekleurd Nederlands.

De teksten van De Josselin de Jong zijn weinig bestudeerd, maar in in ieder geval twee dissertaties staat deze vroeg twintigste-eeuwse variëteit van het Virgin Islands Dutch Creole centraal: Stolz (1996) en Van Sluijs (2017). In Stolz wordt er zelfs een beetje aandacht besteed aan de verschillen tussen het taalmateriaal van St. Thomas en St. John. Van Sluijs kijkt met name naar de structuur van de partikels die tijd aanduiden. Zie bijvoorbeeld de eerste zin van XXXVIII. het woordje ‘a’ betekent ‘verleden tijd’.

De Engelse samenvattingen van de verhalen XXXVIII-XXXIVI (De Josselin de Jong 1926: 115-116):


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

7 maart 1923

Drie nieuwe informanten

Woensdag 7 Maart

Vanmorgen verscheen de oude Anna Testamark. Ze bleek echter zoo goed als niets te kunnen vertellen. Ik geloof dat ze wat zwakhoofdig is. Ik kocht een steen van haar, misschien een gewone keisteen, voor ½ dollar om haar in een goed humeur te brengen, maar dat baatte me niet. Om half tien stuurde ik haar weg en ging zelf naar Roofers Daniel[1] wiens moeder volgens A. Testamark een hoop van de oude verhalen kent. R. bevestigde dit en ik zal de oude vrouw dus moeten opzoeken. Ze woont op Mary’s Point. ’S middags verscheen Ludwig Joseph weer, dien ik voor alle zekerheid besteld had. Van hem kreeg ik een klein beetje tekst en verder nam ik hoofdzakelijk vocabulair op. Hij raadde me aan m’n geluk eens te beproeven bij Albert Christian,[2] die te Palestina (vlak bij Emmaus) woont. Na 5 bezocht ik Christian. Die zei inderdaad wel wat te kunnen vertellen en we spraken af dat hij morgen om 8 uur bij me zal komen. Onder supper kwam Penn thuis, omdat zijn vrouw hem geschreven had dat Felix de jongen die voor de paarden zorgt zijn enkel verstuikt had. Morgenmiddag verstrekt P. weer om H. te gaan helpen. Ze hebben een rijke vindplaats getroffen en zijn met 6 man aan t werk. Vandaag winderig weer; wat warmer, maar ’s middags bewolkt. Het ziet er naar uit dat we regen zullen krijgen.


[1] Wordt niet genoemd in De Josselin de Jong (1926).

[2] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXXVIII-XXXXIV door Albert Christian (St. Jan; geb. 1850)’.


Ludwig Joseph heeft zo’n twaalf verhalen aan De Josselin de Jong verteld waarvan ik de eerste zes hieronder laat zien met hun samenvattingen (XXXII-XXXVII, De Josselin de Jong 1926: 32-34, 114-115). De eerste zijn wederom Anansi-verhalen. Boeiend is dat verhaal XXXIII later nog eens verteld zal worden als verhaal XXXXI, dit keer door de hierboven genoemde Albert Christian.

Een afwijkend onderwerp heeft tekst XXXVII. Ludwig Joseph geeft hier een kort verslag van de gevolgen van de orkaan die op 9 oktober 1916 de Maagdeneilanden (toen nog Deens) teisterde. In Amigoe di Curaçao publiceerde op 11 november 1916 een nieuwsbericht hierover.

De Engelse samenvattingen van de verhalen XXX-XXXI (De Josselin de Jong 1926: 114-115):


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

6 maart 1923

Een vermakelijk oudje

Dinsdag 6 Maart

Winderig weer, vrij koel, geen regen. Vanochtend heb ik eerst een bezoek gebracht aan Mrs. Anna Testamark, 82 jaar oud, een vermakelijk oudje, dat natuurlijk vloeiend negerhollandsch spreekt en vermoedelijk vol folklore zit. Ik kon haar echter niet aan ’t vertellen krijgen.[1] Ze zei me dat Ludwig Joseph[2] een 65-jarige kennis van haar <ol.me> alle mogelijke verhalen zou kunnen vertellen. Nadat ik L.J. had opgespoord sprak ik met dezen af dat hij ’s middags om 1 uur bij me zou komen. Hij kwam ook en was bereid te vertellen wat hij wist, maar verhalen bleek hij niet te kennen. Hij zal nu van de oude

                                                                          85

vrouw gedaan zien te krijgen dat ze me morgen komt vertellen voor 1 dollar per dag. Van avond een missive van Hatt dat hij een Ind. woonplaats [-had] heet gevonden en waarschijnlijk pas Zaterdag thuiskomt. Penn heeft de ontdekking gedaan.


[1] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXX-XXXI door Anna Catharina Testamark (St. Jan; geb. 1841)’.

[2] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXXII-XXXVII, LXXXIII-LXXXVIII door Ludwig Joseph (St. Jan; geb. 1858)’.


Waarschijnlijk heeft Anna Catharina Testamark de volgende Anansi-verhaaltjes op woensdag 7 maart aan De Josselin de Jong verteld. Zoals te lezen is in het dagboekverslag en in de voetnoten lijkt mevrouw Testamark wat in de war. (De Josselin de Jong 1926: 32)

De Engelse samenvattingen van de verhalen XXX-XXXI (De Josselin de Jong 1926: 114):


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

5 maart 1923

Di hon me shi fripampi

Maandag 5 Maart

Koel weer, maar geen regen. Het is van ochtend met Penn naar West End vertrokken om daar de streek te exploreeren en tevens Lovango[1] te bezoeken. Vermoedelijk komen ze pas Woensdag terug. Ik heb ‘s morgens Met Testemark [-*.*][2] negerhollandsch gedaan. Toen wist hij niets meer te vertellen. ’S middags heb ik op raad v. Mrs. Penn ’t met een andere ouden neger geprobeerd: Robert George,[3] maar ook die wist me niet veel te vertellen. Evenals Joshua op St. Thomas vertelde hij me dat de zendelingen vroeger verboden hadden die verhalen aan de kinderen te vertellen, vandaar dat nu niemand er veel kent. Morgen ga ik mijn geluk bij een oude vrouw beproeven. Mevr. Hatt heeft aan haar opgraving gewerkt.


[1] Theodore De Booy 1919 – St. Croix Archaeology (yumpu.com)

[2] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XVIII-XXII door John Abraham Testamark (St. Jan; geb. 1859, omgekomen in den orkaan van Sept. 1923)’. Uit deze opmerking blijkt dat De Josselin de Jong ook na zijn bezoek aan het Caribisch gebied contact heeft gehad met mensen op de Virgin Islands die de informanten, of in ieder geval Testamark, kenden.

[3] De Josselin de Jong (1926: 7): ‘XXVIII-XXIX door Robert George (St. Jan; geb. 1845)’. Een van deze teksten is een bijzonder interessante vanwege de relatie met slavernij. In verhaal 29 gaat het om de diefstal van de manumissie van de hond door een rat.


De teksten die John Abraham Testamark vertelt, zijn behoorlijk lang (De Josselin de Jong 1926: 26-28):

Verschillende teksten zijn of volgen de stijl van de verhalen over Anansi, de slimme spin.

De Engelse vertalingen van de verhalen van John Testamark (De Josselin de Jong 1926: 112) zijn inderdaad slechts samenvattingen:


De teksten van Robert George (De Josselin de Jong 1926: 32):

En de Engelse vertaling (De Josselin de Jong 1926: 114):


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

4 maart 1923

Regen, kerk, schrijven en rusten

Zondag 4 Maart

Hetzelfde weer. ’S morgens wat regen. ’S morgens zijn we

                                                                          84

naar de kerk geweest. Overigens den dag besteed aan brieven schrijven en rusten.


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

3 maart 1923

Negerhollandsch op St. John

Zaterdag 3 Maart

Koeler weer met bewolkte lucht na flinke regenbuien ’s nachts. Hatt heeft met Pen vandaag Browns Bay geexploreerd maar niets gevonden. Daar wij dit verwachtten ben ik thuis gebleven om wat negerhollandsch op te nemen. De oude man dien Pen me daarvoor had aanbevolen bleek de taal goed te kennen maar van de oude verhalen veel vergeten te zijn. Hij zal nu bij een ander die wel de verhalen maar niet de taal kent zijn geheugen gaan opfrischen en me dan de volgende week alles vertellen.[1] Mevr. H. werkte vandaag weer aan [-de] haar opgraving op Carolina Estate dichtbij huis. Deze opgraving zal nu ook wel gauw gestaakt worden. Pen, die steeds niet de grootste belangstelling ons werk volgt en aan [-de] <ol.alle> [-moesten] exploratietochten heeft deelgenomen, is nu besloten om, indien hij verlof kan krijgen, mij als volontair assistent naar de Nederl. eilanden te vergezellen. ’t Is te hopen dat hij zijn verlof krijgt, want ik zou een buitengewoon goede hulp aan hem hebben.


[1] Of dit gesprek later heeft plaatsgevonden, kan ik niet terugvinden in dit verslag. Wel ontbreekt bij de verhalen XXIII-XXVI de naam van de informant en dus zou deze naamloze wel eens de verteller hiervan kunnen zijn geweest. Zie De Josselin de Jong (1926: 7).


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

2 maart 1923

Reef Bay

Vrijdag 2 Maart

Zonnig en heel warm. Volgens Pen wijst zulk een hitte in dezen tijd van het jaar op naderenden regen. We hebben dezen dag besteed aan de exploratie van Reef bay en de inscripties daar.[1] In het laagland aan de baai vonden we op verschillende plaatsen eenzame potscherven maar nergens sporen van een bepaalde

                                                                          83

nederzetting. De inscripties hebben we voor de zooveelste maal gefotografeerd. Reverend Pen maakte zich verdienstelijk door ze wit te maken. De rit van Emmaus naar Reef Bay duurde 2 uur; ’s avonds terug ging het wat vlugger. We waren om half acht thuis. Mevr. Hatt heeft den tocht ook meegemaakt maar niet aan de rondzwervingen deelgenomen. Mijn donkere bril bewees goede diensten want het licht was onaangenaam sterk.


[1] Theodore De Booy 1919 – St. Croix Archaeology (yumpu.com)


Via Wikimedia Commons: Jack E. Boucher, Native examining petroglyphs at St. Johns near Reef Bay. Virgin Islands National Park, 1960.


Via Wikimedia Commons: Petroglyphs on Reef Bay Trail in Virgin Islands National Park, by Molly Stevens.


Via Wikimedia Commons: Estate Reef Bay, Sugar Factory, Title Sheet – Estate Reef Bay, Sugar Factory, Reef Bay, St. John, VI, by Hugh Fraser.

Reef Bay is gelegen in het zuiden van St. John, eigenlijk precies aan de overkant van de in het noorden gelegen Cinnamon Bay/Caneel Bay.


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

1 maart 1923

East End settlement

Donderdag 1 Maart

Zonnig warm weer. Vanochtend met Hatt, Pen en twee roeiers per boot naar East End settlement vertrokken. We exploreerden eerst de baai aan de andere zijde van den heuvelrug, maar vonden daar niets. Op de helling ontdekten we een kleine potscherf, maar geen sporen van Ind. Nederzetting. Na[-den] den middag bezochten we het gehuchtje, waar eenige familes wonen van gedeeltelijk Indiaansche afstamming. We zagen enkele ervan, die inderdaad geprononceerd Ind. trekken hadden. Alle vrouwen vlochten mandjes van liaanvezels; 40 cts per stuk. Om [-5]<6> uur waren we  weer thuis.


Via Wikimedia Commons”: Karibik – Brit. Jungferninseln – St. John, East End. 23 March 2012, Giggel. Dit is geen blik op de Britse, maar de Amerikaanse Maagdeneilanden, vanaf het oosten. De landtong in het midden is East End. De baai erachter is Coral Bay waaraan ook de missiepost Emmaus ligt. Er is ook een East End op St. Thomas!


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

28 februari 1923

Cinnamon bay blijkt verknoeid

Woensdag 28 Februari

Zonnig warm weer. Vanavond een korte regenbui. Vóór twaalf deed Hatt met 2 man een kleine proefopgraving aan Cinnamon Bay, terwijl ik met 3 man aan de “abri” te Mary Point werkte. ’S Middags kwam Hatt daar ook: de vindplaats aan Cinnamon Bay bleek verknoeid door bebouwing. In den namiddag groeven we het skelet zoover op dat [-*….*] houding en leeftijd eenigszins te [-schatten] benaderen waren. Het is ’t skelet van een nog

                                                           82

niet volwassen persoon, waarschijnlijk in hurkende houding, maar ineengevallen. De beenderen zijn zoo vergaan dat ’t niet de moeite waard is ze te bewaren. In deze en in een andere abri vonden we tevens enkele Potscherven. Wij zijn nu met Mary Point klaar. Ons materiaal benevens de kleine graafwerktuigen hebben we in het badhuisje van Stackman achtergelaten. Een dezer dagen zal een van onze arbeiders ze met zijn ezel gaan halen. Het paardrijden begint te wennen; alleen hard galoppeeren kan ik nog niet.


Via Wikimedia Commons: Own work by Russell and Sydney Poore, Cinnamon Bay Plantation — historic ruins located in Virgin Islands National Park on Saint John, United States Virgin Islands.

Via Wikimedia Commons: GENERAL VIEW OF COMPLEX, SHOWING FACTORY BUILDING IN LEFT FOREGROUND, GRINDING PLATFORM AT REAR OF FACTORY, AND STABLE AREA AND OVERSEER’S HOUSE TO RIGHT – Caneel Bay Plantation, General Views, Cruz Bay, St. John, VI, after 1933.


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

27 februari 1923

Een skelet in in de abri

Dinsdag 27 Februari

Zonnig warm weer. Het werk te Mary Point voortgezet. In de abri onder den overhangende rots stiet Hatt op een skelet. Verder onderzoek leverde niets op dan 1 potscherf. Alle gaten te Mary Point op één na zijn nu dichtgegooid. ’S Middags exploreerde Hatt met Pen Maho Bay en Cinnamon Bay. Aan laatstgenoemde baai schijnt ook wat te zijn. Mevr. Hatt werkte verder op C[-*e*]a>rolina Estate bij Emmaus.


Via Wikimedia Commons: Estate Carolina, Windmill, North of King Hill Road, Coral Bay, St. John, VI, von Schimmelmann, Heinrich; Gjessing, Frederik C, field team; Edwards, Steven, field team; Milner, John D, delineator


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).