’S morgens nog erg winderig, later veel minder. Zonnig weer. Om 8 uur met Hatt, Mon Santos Jr. en 2 negers naar Water Island om te kijken of daar schelphoopen zijn. Gedeeltelijk gezeild, gedeeltelijk geroeid. Een prachtige tocht. Verschillende baaien van het eilandje bezocht en het terrein <ol. rond>om eenige moerassen geëxploreerd. Op verscheidene plaatsen vonden wij Indiaansche overblijfselen, maar nergens een werkelijke nederzetting. Blijkbaar hebben ze op dit eilandje nooit gewoond, maar het alleen af en toe bezocht. Het eiland is onbewoond, er is alleen een “watchman”, een neger, die alles behalve gesticht was over onzen komst en gedragingen. Dat graven vond hij verdacht (men heeft hier vroeger naar geld gegraven en naar verluidt, ook gevonden) en gaf ons op onvriendelijke wijze te kennen dat we een permissie moesten hebben van [-*den ..*] een zekeren beambte
75
van de Oost. Az. Komp. aan wie het eiland toebehoort. Laub’s naam maakte niet den minste indruk op hem. Pas toen we hem uitvoerig over onze personen en bedoelingen hadden ingelicht en hem een papier met onze namen en kwaliteiten gegeven hadden verklaarde hij zich “satisfied”. Om 3 uur waren we weer thuis en <ol.we> konden [-*..*] dus nog wat aan de opgravingen doen, waarop Mevr. Hatt tijdens onze afwezigheid toezicht had gehouden. De opgraving die ik gisteren begonnen ben zal ik waarschijnlijk niet voortzetten en ook met de andere 2 zullen we haast maken, hopende de volgende week naar St. John te kunnen vertrekken. Eerst moeten echter nog Botany Bay (Westeinde v.h. eiland) en het oosteinde bezocht worden. Hatt gaat morgen naar Botany Bay. We hebben besloten om na het onderzoek van St. John de arbeid te verdeelen. Ik zal + 1 April naar St. Martin vertrekken en achtereenvolgens de 6 Hollandsche eilanden bezoeken en de Hatten zullen naar St. Croix gaan en vandaar naar Santo Domingo. Het begint nu weer hard te waaien.
Via Wikimedia Commons: Virgin Islands, M. Minderhoud. In rood Water Island, juist ten zuiden van Nisky en Krum Bay op St. Thomas.
Via Tripadvisor: Water Island. Het gebied achter het cruiseschip is Nisky. De baai links van het schip is Krum Bay.
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923
14 februari 1923
Water Island
Woensdag 14 februari
’S morgens nog erg winderig, later veel minder. Zonnig weer. Om 8 uur met Hatt, Mon Santos Jr. en 2 negers naar Water Island om te kijken of daar schelphoopen zijn. Gedeeltelijk gezeild, gedeeltelijk geroeid. Een prachtige tocht. Verschillende baaien van het eilandje bezocht en het terrein <ol. rond>om eenige moerassen geëxploreerd. Op verscheidene plaatsen vonden wij Indiaansche overblijfselen, maar nergens een werkelijke nederzetting. Blijkbaar hebben ze op dit eilandje nooit gewoond, maar het alleen af en toe bezocht. Het eiland is onbewoond, er is alleen een “watchman”, een neger, die alles behalve gesticht was over onzen komst en gedragingen. Dat graven vond hij verdacht (men heeft hier vroeger naar geld gegraven en naar verluidt, ook gevonden) en gaf ons op onvriendelijke wijze te kennen dat we een permissie moesten hebben van [-*den ..*] een zekeren beambte
75
van de Oost. Az. Komp. aan wie het eiland toebehoort. Laub’s naam maakte niet den minste indruk op hem. Pas toen we hem uitvoerig over onze personen en bedoelingen hadden ingelicht en hem een papier met onze namen en kwaliteiten gegeven hadden verklaarde hij zich “satisfied”. Om 3 uur waren we weer thuis en <ol.we> konden [-*..*] dus nog wat aan de opgravingen doen, waarop Mevr. Hatt tijdens onze afwezigheid toezicht had gehouden. De opgraving die ik gisteren begonnen ben zal ik waarschijnlijk niet voortzetten en ook met de andere 2 zullen we haast maken, hopende de volgende week naar St. John te kunnen vertrekken. Eerst moeten echter nog Botany Bay (Westeinde v.h. eiland) en het oosteinde bezocht worden. Hatt gaat morgen naar Botany Bay. We hebben besloten om na het onderzoek van St. John de arbeid te verdeelen. Ik zal + 1 April naar St. Martin vertrekken en achtereenvolgens de 6 Hollandsche eilanden bezoeken en de Hatten zullen naar St. Croix gaan en vandaar naar Santo Domingo. Het begint nu weer hard te waaien.
Via Wikimedia Commons: Virgin Islands, M. Minderhoud. In rood Water Island, juist ten zuiden van Nisky en Krum Bay op St. Thomas.
Via Tripadvisor: Water Island. Het gebied achter het cruiseschip is Nisky. De baai links van het schip is Krum Bay.
Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.
This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.
De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.
Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:
Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.
>EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).
Share this:
Like this:
Related