Dagboek betr. expeditie naar de Antillen, 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923

3 februari 1923

Miss Benedetti

Zaterdag 3 Februari

Den heelen dag warm, zonnig weer op één korte regenbui na om + half tien ’S morgens. Hatt is vandaag alleen naar het terrein geweest. Er was niets meer te doen dan wat toezicht houden op het vullen van de gaten en sorteeren van scherven. Ook boven hadden we nog [-*.*] een aantal

                                                                          66

gevulde zakken, waarvan de inhoud onderzocht moest worden. Daarmee ben ik het grootste deel van den ochtend bezig geweest. Om 11.15 naar de stad vertrokken, naar de familie Holst, daar Mevr. Holst me beloofd had mij te zullen introduceeren bij een oude juffrouw die Negerhollandsch kent. Ik trof de Holsten aan de lunch en aanvaardde dankbaar de uitnoodiging om mee te doen. Na de lunch bracht Mevr. H. mij naar Miss Benedetti,[1] een 73-jarige, niet geheel blanke juffrouw, die gaerne bereid was mij met haar kennis bij te staan. Ik zal echter niet heel veel aan [-*..*] haar hebben, want ze is veel vergeten en kan niet in ‘t negerhollandsch vertellen. Ze wist me een neger te noemen, ook in de stad wonend, die waarschijnlijk wel zal kunnen vertellen. Die is nog ouder dan zij en heeft nog als slaaf gediend. Om zijn adres te weten te komen moet ik Greider raadplegen; vanmiddag heb ik daar geen tijd meer voor. Na een paar boodschappen terug naar Canaan. Om half 6 verscheen de “truck” van Mr. Fairchild, de bewoner en eigenaar van estate Louisenhöj, tusschen Canaan en de stad, boven op den heuvelrug. Een paar dagen geleden was F. op Canaan geweest, terwijl H. en ik op het terrein waren, en had [-ons] toen een uitnoodiging voor ons achtergelaten. Hij is een rijke Amerikaan, vrijgezel, tusschen 50 en 60 jaar oud, artistiek aangelegd en met bijzonder veel liefhebberij voor architectuur en planten. Hij heeft de heele wereld bereisd en overal gezocht naar een mooi plekje om een huis te bouwen waarvoor hij met een vriend, architect, al vele jaren geleden de plannen ontworpen had. Een mooiere plek dan Louisehöj had hij nergens gevonden. Hij gebruikt nu al zijn tijd voor het voltooien van zijn huis en het kweeken

                                                                          67

allerlei mooie planten en bloemen. Hij dweept ermee en het was blijkbaar een groot genot voor hem ons zijn plannen tot in bijzonderheden uiteen te zetten en ons op alle details van het [-*…*] gedane werk te wijzen. Hij liet ons vanavond niet weggaan voor we zijn loggia en het uitzicht op de stad en op de baai ook nog eens in het maanlicht bewonder hadden. Het werd daarom laat want pas om half elf achtte hij de maan hoog genoeg om ons het gewenschte effect te laten genieten. Een verfijnd aestheticus en een onschuldige dweper, zonder eenig rasvooroordeel, maar met een zeer beperkte sfeer van belangstelling. [-Als *….*] [-*…* *…t* *hij* *van* *R….* *…..*, *…..*] Als hij veel minder intelligent en bescheiden was en een grof gezicht had benevens lange haren en een artistiek jasje zou hij misschien aan Roorda doen denken. We kregen een uitstekend klaargemaakt souper met lekker Duitsch bier.


[1] De Josselin de Jong (1926: 8): ‘Inlichtingen van verschillenden aard heb ik te danken aan Aristea Benedetti (St. Thomas; geb. 1850) (…)’.

Helaas, miss Benedetti kon nog niets in het Nederlands Creools vertellen, maar ze zette De Josselin de Jong op een spoor. Op 6 november zal het eindelijk gebeuren: een Nederlandse onderzoeker zal spreken met Maagdeneilanders die het Nederlands Creools nog steeds als moedertaal spreken.


Tussen 19 november 2022 en augustus 2023 toon ik op deze website mijn transcriptie van het dagboek van de expeditie van De Josselin de Jong; elke dag honderd jaar nadat het door hem in zijn notitieboek is genoteerd. Meer informatie is op deze website te vinden, net als zijn publicaties die online beschikbaar zijn.

This diary is of course not only of interest or importance for Dutch speakers, but especially for the people of the US Virgin Islands and the islands which were visited by De Josselin de Jong. This is why I try to use my spare time to translate this text into English.

De tekst is (voorlopig) zonder aanpassingen genoteerd en laten dus de taal en de opvattingen zien zoals die aan het begin van de twintigste eeuw gewoon waren. Verschillende pagina’s van dit dagboek zijn inclusief aanvullend materiaal door mij voorgelezen in de podcast Di hou creol en de desbetreffende afleveringen zijn via deze website natuurlijk nog te beluisteren en te bekijken.

Het dagboek wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek Leiden, in de collectie Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde:

Josselin de Jong, J.P.B. 1922-1923. Dagboek betr. expeditie naar de Antillen 19 Nov. 1922 – 24 Aug. 1923. 20 x 29 cm, 157 pp.

          >EN: Diary on expedition to the Antilles. >UBL: Collection KITLV, signature: OR 385 (5-6).

Advertisement

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s