In 1922-1923 bezocht de Nederlandse antropoloog J.P.B. de Josselin de Jong in een gezamenlijke Deens-Nederlandse archeologische expeditie verschillende Caribische eilanden. Heel belangrijk was zijn bezoek aan de US Virgin Islands. Niet alleen vond hij archeologisch materiaal, ook maakte hij kennis met enkele moedertaalsprekers van het Nederlandse Creools. Was deze taal dan toch niet uitgestorven? De teksten die hij verzamelde zijn fonetisch gepubliceerd en dus hebben we nu een schat aan verhalen, verteld door moedertaalsprekers over onderwerpen die dicht bij de cultuur van de Maagdeneilanden liggen en waarvan we bijna kunnen horen hoe de taal écht geklonken heeft.
Zijn dagboek zal ik per dag voorlezen en toelichten. We gaan verder met 21 en 22 november 1922, de eerste dagen aan boord van de Lithuania.
In het Virgin Islands Dutch Creole zijn allerlei woorden te herkennen die afkomstig zijn uit het Zeeuwse en/of het West-Vlaamse dialect van het Nederlands. Waar kun je dat aan zien? Om welke woorden en klanken gaat het eigenlijk? Interessanter is misschien nog wel de vraag hoe die dialectvormen in deze creooltaal terecht hebben kunnen komen, In deze aflevering ga ik in op de dialectvormen én de demografische verklaring ervoor. De aflevering duurt dan ook twee keer zo lang als normaal.
Di hou creol – podcast over Virgin Islands Dutch Creole is in principe tweewekelijks. Deze keer moest ik wat vlugger zijn omdat de aflevering over dit onderwerp al beloofd was. Op 11 juni verschijnt de volgende aflevering.
Rossem, Cefas van. 2000. “Het Negerhollands, Negerzeeuws, Negervlaams”, in: Berns, J.B. & J. van Marle (eds), Overzees Nederlands, Lezingen gehouden op het symposion van de afdeling Dialectologie van het P.J. Meertens-Instituut op vrijdag 26 november 1993. Amsterdam: Meertens Instituut. p. 40-62.
Rossem, Cefas van. 2013. “Maternity visit on St. Thomas. Demographic information on the first stages of Negerhollands”, in: Gerald Stell (ed.) Dutch and colonial expansion: different contact settings, different linguistic outcomes. Revue Belge de Philologie et d’Histoire/Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis 91, 3, p. 713-734.
Logeman (1905) en Hesseling (1905) staan in de lijst publicaties aan de rechterkant van deze pagina.
Meer informatie nodig? Vragen? Tips? Neemt u dan gerust contact op!
In deze derde aflevering start ik eigenlijk een nieuwe serie. De aflevering is ook wat korter dan anders en een ‘gewone’ aflevering zal dan ook snel volgen. In de nieuwe serie zal ik dag voor dag het Dagboek betreffende de expeditie naar de Antillen van J.P.B. de Josselin de Jong voorlezen en toelichten.
In het begin van de expeditie gaat het nog om gewone reisgegevens, die overigens een prachtige blik geven op de manier van reizen aan het begin van de twintigste eeuw. De aanvullende informatie is nogal beknopt. Wanneer De Josselin de Jong echter op St. Thomas arriveert, begint het taalavontuur. Als snel zal hij namelijk informeren naar sprekers van het Nederlands Creools. De zoektocht en de contacten die dan volgen, hebben geleid tot een prachtige collectie Nederlands Creoolse volksverhalen die zo zijn opgeschreven dat we niet alleen de inhoud, maar ook de klank van de taal kunnen ervaren.
Luisteren? Dat kan hier. Commentaar, tips of vragen? Die ontvang ik graag via deze website.
Informatie bij deze aflevering:
Effert, F.R. (1992) J.P.B. de Josselin de Jong, Curator and Archaeologist, A study of his early career (1910-1935). Leiden: Centre of Non-Western Studies.
Link naar hotel Danevirke in Kopenhagen: Grundvigs Hus
In de tweede aflevering van deze podcast behandel ik drie onderwerpen. Ik begin met de brief van Arendt Heinderijcksz. Deze is verzonden vanaf St. Eustatius in 1672, maar kwam nooit aan. In deze brief staat de oudste Nederlandse aanwijzing voor de kolonisatie van St. Thomas. In het tweede deel laat ik twee teksten horen die te maken hebben met slavernij. De eerste is de enige uit de achttiende eeuw. Dit afscheidslied van een tot slaaf gemaakte is opgetekend door een bediende van plantage La Grande Princesse op St. Croix en is gepubliceerd in 1788. De tweede is vastgelegd door De Josselin de Jong in 1923. In het derde gedeelte van de podcast noem ik enkele websites waarmee historisch onderzoek met betrekking tot het Virgin Islands Dutch Creole en/of de geschiedenis van de Deense Antillen gedaan kan worden.
Veel luisterplezier! Opmerkingen, tips, vragen? Stel ze via deze website. Alvast hartelijk bedankt. Luisteren? Dat kan via Spotify, Apple podcast, Google podcast , maar ook via deze link.
Genoemde bronnen:
De brief van Arendt Heinderijcksz normaal gesproken hier te vinden. Zie brief 2008. De transcriptie volgt hier:
‘J Juel A(nn)o 1672 Eersame ser Dichteten Groot Gunstiger heer saluijt vl gelijft te weeten als dat jck met mijn folck noch clock e(nde) gesondt ben veerhoppende het selfde met mijn Groot Gunstinger heer voors gelijft mijn heer te weeten als daet jck hier ben den 9/19 Desemb(er) ben geardiuert e(nde) legh hier e(nde) verwaght ferro met smerten voors heb jck voorstaen als daet ferro noch jn Nouember heft tot Copenhagen gewest e(nde) hier js hoopen folck die naer ferro voorlangen om mede te folgen nar sint tomes voors weet jck mijn Groot Gunsti ger heer niet mer te schriuen daen Godt befollen e(nde) de groetnise aen al de Edel heerren de Edel Coppanni VL d(ienst)w(illige) D(ienaer) Arendt Heinderijcksz. Acttum den 26/5 feberuarij jnt jagt De Gauden Cron op de Ree vaen staecio.’
De werken van Westergaard (genoemd in relatie tot Heinderijcksz) en Knox (met de lijst van eerste kolonisten) staan in de linkerkolom van deze website.
2.1 De teksten waarin slavernij een belangrijke rol spelen zijn de volgende. Van het fragment van een rebellenlied (Schmidt 1788) staat een afbeelding in het boek Die Creol Taal. De link hiernaar staat in de rechterkolom van deze website. De tekst luidt als volgt:
Adjo my Mester Neeger, e — Samja
Da lob my lo lob, e – Samja
My nöy kan hau di uit mer &c
Di Blanco no frey, e – Samja
Adjo my Syssie, &c
Van Dag du Mandag &c
Adjo my Mama &c
Da lob my &c
Adjo my beer Maade …
Adjo m gud Friende &c
Adjo my Tata
Di Land no Frey &c
Adjo my Viefe &c
Lef frey met my Mama &c
Dünk op my altyt &c
My nu sae ferjet jou e – – Samja
2.2 De tekst die De Josselin de Jong heeft opgetekend tijdens zijn veldwerk in 1923 over de manumissie van de hond luidt als volgt. Hartelijk dank, Peter Bakker, voor jouw foto van deze tekst!
This week I started my podcast Di hou creol to present the most interesting snippets in or about Virgin Islands Dutch Creole. At the moment the podcast is in Dutch. Of course it would be great to reach a larger audience, but at the moment I do not have enough time to record an English version.
Vanaf nu is de podcast Di hou creol – podcast over Virgin Islands Dutch Creole beschikbaar via Spotify. In eerste instantie probeer ik een breed publiek te bereiken. Heeft u vragen, opmerkingen of tips? Neem dan via deze website contact met mij op. Veel plezier en hartelijk dank.
Luisteren? Dat kan natuurlijk via Spotify, maar ook via deze link.
Aflevering 1: Di hou creol, Carriolsch en andere namen bevat een overzicht van de geschiedenis van het Virgin Islands Dutch Creole, maar dan wel in grote stappen. Het tweede gedeelte van de aflevering gaat over de namen die deze tijd heeft en heeft gehad. Ik sluit af met wat opmerkingen over de bronnen en ik verwijs natuurlijk naar deze site.
Genoemde bronnen:
Hesseling, D.C. 1905. Het Negerhollands der Deense Antillen. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlandse taal in Amerika. Leiden: Sijthoff.
Rossem, Cefas van. 2017. The Virgin Islands Dutch Creole Textual Heritage: Philological Perspectives on Authenticity and Audience Design. [LOT 477]. Utrecht: Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap. (Open Access via website https://lotschool.nl/dissertations/)
Rossem, Cefas van, en Hein van der Voort. 1996. Die Creol Taal, 250 years of Negerhollands texts. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Sluijs, Robbert van. 2017. Variation and change in Virgin Islands Dutch Creole, Tense Modality and Aspect. [LOT 453]. Utrecht: Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap. (Open Access via website https://lotschool.nl/dissertations/)
Deze bronnen zijn te vinden tussen de links in de rechtse kolom van deze website of zijn te vinden via de na de titelbeschrijving genoemde link.
De volgende publicatie is, in tegenstelling tot mijn opmerking in aflevering 1, niet openbaar beschikbaar. De auteur heeft dit boek wel genoemd op zijn profiel op Researchgate.net.
Stolz, Thomas. 1986. Gibt es das kreolische Sprachwandelmodell? Vergleichende Grammatik des Negerhöllandischen. Europäische Hochschulschriften, Reihe XXI Linguistik, Bd./Vol. 46. Frankfurt a. M., Bern, New York: Peter Lang. (Zie